Ik ga hier niet citeren uit eigen werk, dat zou wel erg ijdel zijn, maar kort samengevat kwam mijn boodschap hierop neer: wij zijn als mensheid verantwoordelijk voor de alom merkbare gevolgen van de opwarming. Het is dus aan ons om ervoor te zorgen dat het klimaatprobleem geen klimaatcatastrofe wordt.
Waarna ik ferm aankondigde, dat wij bij ABP onze klimaatdoelen verder aan zouden scherpen.
Harde cijfers, heldere doelen en mooie ambities
En nu is het zover. Afgelopen week presenteerden we ons nieuwe klimaatbeleid waarin we die aanscherping concreet maken. De hoofdpunten: we verlagen de C02-voetafdruk van onze wereldwijde beleggingsportefeuille met de helft in 2030 ten opzichte van 2019 en beleggen klimaatneutraal in 2050. En we gaan 30 miljard investeren in de klimaattransitie, waarvan 10 miljard in impactbeleggingen: investeringen met de uitdrukkelijke bedoeling om een positieve en meetbare impact op de wereld te hebben. Harde cijfers, heldere doelen, mooie ambities. Passend bij een groot pensioenfonds dat renderend en duurzaam wil beleggen in een wereld die leefbaar is en dat ook blijft.
De urgentie is duidelijk
Toch kan ik me voorstellen dat u denkt: het zal wel. Dat soort cijfers over jaartallen staat ver van ons vandaan als ijle sterrenstelsels. Misschien denkt u onwillekeurig wel aan de laatste klimaattop in Egypte, waar in beton gegoten afspraken bij nader inzien met potlood geschreven bleken. Of die daarvoor in Glasgow en Kopenhagen, waarvan de uitkomst ook ‘teleurstellend’ was. Als we niet oppassen kleeft dat woord voortaan aan elke bijeenkomst over een duurzame toekomst. Zelfs de bekende ‘anderhalve graad van Parijs’, dat hoopgevende symbool van vooruitgang in het klimaatdebat, wordt steeds vaker naar boven afgerond. ‘Minimaal twee’ - je ziet die verzwakte variant in steeds meer rapporten opduiken.
Ik kan me daar eerlijk gezegd nogal over opwinden. De enorme urgentie van een mondiale klimaataanpak is overduidelijk, maar wordt opgeofferd aan regionale en geopolitieke belangen, tussentijdse verkiezingen, de toestand van lokale economieën. Steeds meer lopen klimaattoppen uit op getouwtrek tussen arme en rijke landen. Waarbij de discussie ook nog eens gaat wie er nu precies rijk is en wie arm.
Windmolenparken, warmtenetten en dijkverzwaring
Als gewoon burger kan ik daar weinig aan veranderen. Als bestuurder van een fonds dat wereldwijd belegt, een klein beetje. De teleurstellende top in Egypte was niet de aanleiding voor het nieuwe klimaatbeleid, maar het motiveert mij en al mijn collega’s wel om nog een tandje bij te schakelen. Vraag een van onze beleggings- of duurzaamheidsexperts wat de kern is van dat nieuwe beleid en ze zullen enthousiast vertellen over de rol van ABP in de (nationale) energietransitie. Over toekomstige investeringen in windmolenparken, isolatie van huizen, warmtenetten, groene waterstof. Ze zullen iets zeggen over de rol die ABP wil spelen bij het voorsorteren op mogelijke gevolgen van de opwarming. Ja, denk dan ook gerust aan dijkverzwaring.
Vasthouden aan 'Parijs'
Als u mij persoonlijk vraagt naar de kernpunten van het nieuwe aangescherpte klimaatbeleid van ABP, dan noem ik er twee. De eerste en belangrijkste: we houden vast aan de afspraken van ‘Parijs’. Anderhalve graad is anderhalve graad. Daar valt wat ons betreft niet mee te sjoemelen. Het is een statement, waarvan ik hoop dat het tot voorbeeld strekt. Het tweede punt: de weg naar 2030 en vandaar naar 2050 is een rechte weg. Dat wil zeggen dat we onze C02-voetafdruk stap voor stap zullen verminderen. Wat iets anders is dan een beetje voort slenteren om daarna plots langs een steile curve omhoog te klauteren als 2048 in zicht komt. Van de vele wegen die naar Parijs leiden, is dit rechte pad het meest oprechte pad. En het meest effectieve.
Draagt het bij aan onze ambities?
Dat klinkt misschien allemaal wat abstract en bestuurlijk, maar hier gaat een wereld achter schuil. Onze wereldwijde beleggingsportefeuille gaat in zijn geheel tegen het licht. We kijken niet alleen naar aandelen, maar naar alle soorten beleggingen vanuit het oogpunt: draagt het bij aan onze ambities? Is er bij de bedrijven waarin we investeren verbetering of dialoog mogelijk? Zijn er bedrijven of sectoren die beter bij ons duurzame beleid passen? Daar gaan we nog scherper naar kijken. En dat kan betekenen dat we uit bepaalde sectoren of bedrijven zullen stappen als ze niet of in negatieve zin bijdragen aan onze klimaatambities. Het betekent ook dat er nieuwe meetmethoden ontwikkeld moeten worden om de uitstoot van C02 in bepaalde beleggingscategorieen in kaart te brengen.
De les die ik geleerd heb van onze desinvestering in fossiele brandstoffen: we moeten nog pro-actiever, nog duidelijker communiceren wat we doen, wanneer en waarom. We zullen u nog actiever dan voorheen meenemen in onze klimaatplannen. We zullen aangeven wat er goed gaat en wat minder soepel gaat en waarom.
Het is een lange en moeilijke weg naar Parijs.
Maar als het aan ons ligt, komen we op tijd aan.
Harmen van Wijnen
Voorzitter uitvoerend bestuur ABP.
Als voorzitter van het uitvoerend bestuur van ABP schrijft Harmen regelmatig over alles wat speelt in de pensioensector.