Het is belangrijk dat mannen en vrouwen nadenken over de wijze waarop ze financieel zelfstandig zijn. En dus niet financieel afhankelijk. Dat ze zich bewust zijn hoe ze er financieel voorstaan. Ook als het gaat om hun pensioen.
Toen ik in 1997 bij een gemeente ging werken en deelnemer werd van ABP, kwam er een adviseur langs om dingen toe te lichten. Ik vroeg hem: wat is handig? Ik zie het helemaal niet zitten om kleine porties pensioengeld bij verschillende pensioenfondsen te hebben staan. Het leek me ook niet fijn om informatie van verschillende pensioenfondsen tot me te nemen. De voorwaarden van de fondsen kunnen verschillen. Ik koos ervoor om wat ik had gespaard voor later bij ABP onder te brengen. Dus ik heb alles bij één fonds staan en daar ben ik heel tevreden over.
Ik besloot ook maandelijks wat extra geld in te leggen bij ABP om het gat te dichten. Ik geloof dat ik zo 400 gulden per maand bijspaarde. Die mogelijkheid was er. Ik ben blij dat ik dat gedaan heb, want ik heb nu een goed pensioen.
66 was ik toen ik stopte met werken. In het begin vond ik het raar dat ik geld op mijn rekening kreeg en dat ik daar niet voor hoefde te werken. Echt raar was dat. Maar langzaamaan begin ik het heel prettig te vinden en ben ik blij dat ik niet meer hoef te werken. Ik voel me een stuk rustiger nu ik niet meer werk en sta meer open voor andere mensen. Toen ik nog werkte, had ik de hele dag mensen om me heen die van alles van me moesten. Ik voel me rustiger, vrijer en blijer.”