Het was volgens Jaap Koelewijn geen rijk bestaan voor zijn grootouders. Als eenvoudige gemeenteambtenaar en als politieagent ontvingen ze geen geweldige salarissen. “Maar ze hebben zich erdoorheen geslagen en mijn oma is 83 geworden. Ze is altijd heel dankbaar geweest voor het pensioen dat ze ontving en de verzekering die ze had. Als er weer eens gebeden werd, dan bedankte ze ook voor het mooie pensioen.”
De vader van Jaap Koelewijn ging in 1948 bij de gemeente Amsterdam werken. Hij ging na ruim 40 dienstjaren met de VUT. In 1989 kon je nog met prepensioen. Hij heeft een enorme carrière gemaakt bij de overheid, maakte flinke stappen in zijn salaris en kon ook nog eens rekenen op een eindloonregeling. Dat betekende dat zijn pensioen was gebaseerd op zijn laatstverdiende loon. “ABP had destijds een welvaartsvaste regeling en het pensioen werd indertijd ook volledig geïndexeerd. Toen dat niet meer gebeurde, is hij daar buitengewoon boos over geworden.”
Volgens Jaap Koelewijn heeft zijn vader niet willen weten dat hij een enorm lot uit de loterij heeft gekregen met zijn pensioen. “Daar hebben we pittige discussies over gevoerd. Dat hij 88 is geworden is ook te danken aan de medische vooruitgang. Hij had diabetes. Hij heeft ook veel langer geleefd dan volgens de statistieken toen verwacht werd.”