Inmiddels is er een volledig traject opgebouwd om meer docentvluchtelingen voor de klas te krijgen. Marcel: “Een viertal hogescholen biedt de laatste jaren een programma van een jaar aan. De docentvluchtelingen krijgen 2 dagen per week bijscholing aan een hogeschool in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht of Zwolle. Na een aantal maanden gaan ze stagelopen. Het gaat niet langer alleen om wiskundedocenten trouwens. Ook docenten scheikunde, natuurkunde, biologie en informatica kunnen zich bijscholen om in Nederland voor de klas te gaan staan. En we zijn blij dat inmiddels ook het ministerie van OCW financiële bijdrage levert.”
Verder heeft Marcel met een bevriend, gepensioneerd vakdidacticus speciaal voor docenten wiskunde een oefenprogramma opgezet zodat zij kunnen oefenen met lesgeven in Nederland. Één zaterdag per maand komt een groep van zo’n 10 docentvluchtelingen bij elkaar. “Het idee is dat ze een korte les voorbereiden en dan 10 minuten voor het bord staan en die les in het Nederlands geven. Dat is voor sommigen een hele stap. We geven ze advies en zo leren zij van ons en wij van hen. Achteraf zeggen ze dat ze dankbaar en blij zijn dat ze dit zo hebben kunnen oefenen.”
Zelf kan hij nog altijd ontroerd raken van zijn werk voor docentvluchtelingen. Zo heeft hij na zijn pensioen een mooie nieuwe passie gevonden. En het regelen van zijn pensioen verliep soepel, vertelt de oud-wiskundedocent. “Ik heb toen ik besloot vervroegd met pensioen te gaan van alles zitten doorrekenen op MijnAPB. Dat was heel goed te doen. En toen ik nog een paar vragen had, heb ik daar online met iemand van ABP over gesproken.”