Medeverantwoordelijk daarvoor is Cedric Scholl, fiduciair manager verantwoord beleggen, bij onze uitvoerder APG. “Bij elke belegging kijken we naar risico, rendement, kosten en duurzaamheid. Bij een impactbelegging moet de belegging een meetbare, positieve impact op de wereld hebben.”  Vooral dat laatste, het aantonen van positieve impact, is vaak lastig. Want pas als een bedrijf met duidelijke cijfers laat zien dat het een positieve bijdrage aan de maatschappij levert, mag een belegging een impactbelegging genoemd worden. “En hoewel ze misschien best een positieve impact maken, kunnen lang nog niet alle bedrijven of fondsen dat bewijzen. Die kunnen we dus niet onder de impactbeleggingen scharen.” 

En als ze het doen, meten ze voor ons vaak niet de juiste dingen. “Veel bedrijven laten hun impact zien door te vermelden hoeveel ze investeren, bijvoorbeeld in energiebesparende maatregelen. Of ze vermelden hoeveel windmolens ze neerzetten. Maar dat gaat voor ons nog niet ver genoeg. Wij willen dat ze echt laten zien wat die inspanningen opleveren. Hoeveel CO₂ is er niet uitgestoten op deze manier? Hoeveel mensen hebben een middenhuurwoning gevonden of hoeveel biodiversiteitwinst leverde die maatregel op?” Pas als dit soort cijfers kunnen worden aangeleverd, is een belegging voor ABP interessant als impactbelegging. “Sommige effecten zijn ook heel moeilijk zichtbaar te maken. Want hoe meet je biodiversiteit bijvoorbeeld?”, voegt Cedric daar aan toe.

Dat maakt de vijver waarin ABP vist, nog weer iets kleiner. Ook helpt het niet mee dat deze manier van beleggen nog volop in ontwikkeling is. Cedric: “Het komt min of meer uit de ‘goede-doelen-hoek’. Er zijn best veel kleine impactfondsen die erg idealistisch zijn. Rendement is er minder van belang. Omdat wij rendement moeten behalen voor een goed pensioen voor de deelnemers, zijn die niet zo interessant. Er zijn ook kleine fondsen die prima rendementen behalen. Maar die zijn vaak niet groot of ervaren genoeg om aan onze eisen als grote belegger te voldoen.”  

Er komen wel steeds meer grotere beleggingsfirma’s die impactfondsen aanbieden. “Maar zij meten dus nog niet altijd de juiste dingen. Met veel gesprekken proberen we ze te overtuigen het anders te doen. Omdat we zo’n grote belegger zijn luisteren ze wel. Dus we hopen dat onze norm ook dé norm wordt.” Hoewel Cedric ziet dat er steeds meer impactfondsen komen is het op dit moment dus goed zoeken naar geschikte investeringen. “Omdat er zoveel vraag is en zo weinig aanbod, kan dat er voor zorgen dat de kosten voor die fondsen te hoog worden voor ons. Daar letten we scherp op. En zoeken dus naar andere manieren.”

Een oplossing kan zijn om zelf impactfondsen op te zetten. “Dat hebben we al gedaan met het Impact Partnership, waarin we met onder andere een vastgoedbelegger betaalbare (huur)woningen gaan bouwen. Noordzeker, het project waarbij we met onder andere Naturalis een groot windpark op de Noordzee aanleggen, is ook een voorbeeld van een impactbelegging die we zelf hebben opgezet. Het is een goede manier om zaken in eigen hand te houden, maar vraagt ook veel bijzondere kennis. Daarom wordt er ook altijd samengewerkt met gespecialiseerde bedrijven en organisaties.” 

Met het zelf opzetten van impactfondsen kunnen we een aantal van onze doelen behalen, maar niet allemaal. “Uiteindelijk willen we €30 miljard belegd hebben in 2030. Of we dat gaan halen, hangt af of we voldoende aantrekkelijke impactbeleggingen kunnen vinden. We zien dat impactbeleggen echt groot aan het worden is, maar het wordt nog spannend of we over 6 jaar ons doel hebben bereikt. Ik hoop dat we als grote beleggers en partners meer samen optrekken om meer van dit soort beleggingsmogelijkheden te creëren. Wij doen er in ieder geval alles aan om met impact te beleggen”, zegt Cedric.