Robin Radar Systems begon als project bij TNO om de ‘vogelintensiteit’ in de lucht in kaart te brengen. Oprichter en directeur Siete Hamminga vertelt: “De Nederlandse luchtmacht had kisten verloren door aanvaringen met zwermen vogels die in de motoren werden gezogen.” Het resultaat was Radar Observation of Bird Intensity, oftewel ‘Robin’, niet toevallig ook de Engelse naam voor een klein bruin met rood vogeltje, het roodborstje. 

Deze ‘buienradar voor vogels’ werkt door middel van software. Siete: “Een radar ‘schreeuwt’ en ‘luistert’ naar de echo. Dat werkt prima bij grote objecten zoals vliegtuigen of schepen, maar kleine objecten zoals vogels kan hij niet signaleren. De echo’s zijn te klein. Speciale software kan die kleinere objecten wel vinden door ruwe radardata te filteren.” De Nederlandse luchtmacht kon dankzij de technologie het aantal vogelaanvaringen met de helft verminderen. 

TNO mag als overheidsinstelling fundamenteel onderzoek doen, maar mag de toepassingen die dat voortbrengt niet in de markt zetten. Siete, een high tech ondernemer met meerdere bedrijven achter zijn naam, koopt de rechten op de technologie. 3 TNO-onderzoekers gaan met hem mee. Vooral de potentie van de ‘vogelradar’ wekt zijn interesse. Hij ziet dat de technologie voor meer dan vogels alleen ingezet kan worden.

“In 2010 gebruikten we al drones om de software van de vogelradar mee te ‘valideren’”, vertelt Siete. “Mijn visie was en is nog steeds dat drones steeds normaler worden in de maatschappij. Daarmee kunnen ze ook een risico vormen. Bijvoorbeeld rondom vliegvelden, in de handen van terroristen of van criminelen die ze gebruiken om pakketjes de gevangenis in te smokkelen. Er zou dus vraag komen naar apparatuur om drones op de sporen en te volgen.” 

Door steeds slimmere software kan de apparatuur steeds verder inzoomen op kleine vliegende objecten. Binnen een object kan de software snelheidsverschillen vaststellen en vliegpaden voorspellen. Zo kan de radar een drone van een vogel te onderscheiden.

In 2012 stappen grote investeerders als ABP in het bedrijf en kan de technologie verder ontwikkeld worden. De Nucleair summit in Den Haag 3 jaar later, zorgt voor de definitieve doorbraak. 38 bedrijven reageren op een oproep van de overheid te komen met de beste oplossing om drones te detecteren. Robin Radar systems wordt nummer 1.  

De opdrachten betekenen een mooie groei voor de - toen nog - startup. Maar dat valt in het niet bij de groei die Robin Radar Systems de laatste jaren doormaakt. De oorlog in Oekraïne is het eerste conflict waarbij massaal drones worden ingezet. Siete ziet de verwoesting die de kleine onbemande vliegtuigjes aanrichten en weet direct: “Wij kunnen hier iets aan doen.” Hij deelt zijn ideeën met ambtenaren van het Ministerie van Defensie. Het ministerie plaatst een mega-order en verscheept een groot aantal radarsystemen naar Oekraïne.

Ook de strijdkrachten van andere landen kloppen tegenwoordig aan bij Robin Radar Systems voor de steeds handzamere en nauwkeurigere radarsystemen. Werden er jaren geleden zo’n 20 systemen per jaar gemaakt, inmiddels zijn het er 4 per week.  De omzet is in een paar jaar van €10 miljoen naar meer dan €50 miljoen per jaar gestegen. Inmiddels werken er zo’n 150 zogenoemde Robins bij het bedrijf in Den Haag. Onlangs werd zelfs een vestiging in Noord-Amerika geopend.

Siete denkt dat de groei er nog lang niet uit is. Integendeel. “We staan pas aan het begin. We zitten in een groeimarkt. Het dronegebruik zal alleen maar toenemen. In de maatschappij, maar ook op het slagveld. Het zal bijvoorbeeld alleen maar drukker worden in de lucht. Al dat vliegende droneverkeer moet in goede banen worden geleid. NAVO-landen moeten hun kritische infrastructuur gaan beschermen tegen drones. Maar ook de toepassing van onze vogelradars om vogels tijdens de vogeltrek te beschermen bij windmolenparken is een sterk groeiende markt. Als je kunt voorspellen wanneer zwermen vogels een windmolenpark op zee binnenvliegen, dan kun je tijdig en niet langer dan nodig windturbines stilleggen.” 

Over de rol van investeerders is Siete duidelijk: “Als klein startend bedrijf heb je heel veel uitdagingen. De kosten gaan voor de baten uit en het is als onbekende naam lastig grote orders binnen te halen. Eventuele klanten denken: ‘Leuk idee, maar zijn jullie er volgend jaar nog?’ Investeerders als ABP doen dan 2 dingen. “Ze maken groei mogelijk én ze trekken andere investeerders over de streep. Toen bekend werd dat ABP in ons zou investeren, groeide niet alleen onze financiële armslag maar ook onze geloofwaardigheid. Toen wilde de overheid ons financiering verstrekken in de vorm van Innovatiekrediet. Zonder een grote investeerder als ABP waren we nooit geworden wat we nu zijn.”