Wetenschapper Hans Hoeken over taal en de vernieuwde regels voor pensioen

‘Tevredenheid meet je af aan de verwachtingen’
14 januari 2025

Deel 7 in een serie interviews met wetenschappers over de veranderingen in de nieuwe regels voor pensioen. Hoogleraar taal en communicatie Hans Hoeken van de Universiteit Utrecht doet onderzoek naar communicatie rond de nieuwe regels voor pensioen. “Het is belangrijk om realistische verwachtingen te creëren.”

Bij pensioen draait het vaak om cijfers: pensioenpremies, dekkingsgraden en voor gepensioneerden het bedrag dat ze maandelijks van hun pensioenfonds krijgen. Als het over de nieuwe regels voor pensioen gaat, telt straks ook de omvang van ieders pensioenpot. Dus het vermogen dat deelnemers opbouwen voor hun pensioen. Het pensioen dat u straks elke maand krijgt, betaalt ABP uit uw pensioenpot.

Maar het draait bij pensioen om meer dan cijfers. Het gaat ook om draagvlak creëren, volgens Hans Hoeken. Taal is daarbij een belangrijk middel. 

Nieuwe regels voor pensioen

Via een collega-taalwetenschapper die onderzoek deed voor kennisinstituut Netspar kwam Hans Hoeken in aanraking met de pensioensector. “Ik heb de laatste jaren een paar projecten gedaan over pensioen en pensioencommunicatie. En nu werk ik mee aan onderzoeken over communicatie en de vernieuwde regels voor pensioen.”

Bij één van deze onderzoeken gaat het over onzekerheid en hoe deelnemers het beste meegenomen kunnen worden in wat ze kunnen verwachten als het gaat om hun pensioen. “Bij een ander project draait het om de tevredenheid van mensen over het vernieuwde stelsel. En in hoeverre communicatie daar invloed op heeft.”

Weten hoe het werkt

Het is nog te vroeg voor conclusies. De onderzoeken lopen nog. Maar volgens de wetenschapper is het belangrijk dat deelnemers en gepensioneerden weten wat de vernieuwde regels ongeveer inhouden. Dat ze weten hoe het werkt.

“Als mensen in grote lijnen begrijpen wat de regels inhouden en denken: okay, dat vind ik eerlijk, dan zijn ze meer tevreden over de uitkomst. Dus wat ze ontvangen aan pensioen. Dan wanneer ze de regels niet kennen. Zelfs als het bedrag lager uitpakt dan ze eerder hadden gedacht.”

Hans Hoeken

Het gevoel dat pensioen oproept

Pensioen is geen makkelijk onderwerp, meent Hoeken. Maar de nieuwe regels maken het volgens hem moeilijker. Ook als het gaat om het gevoel dat pensioen bij een deel van de deelnemers oproept. “Sommige mensen zijn van mening dat de overstap niet nodig is. Daar zijn felle discussies over. Meningen lopen uiteen. Wat je vervolgens ziet is dat voorstanders van de vernieuwde regels vooral benadrukken wat de voordelen zijn. Daarmee creëer je hoge verwachtingen. Daar moet je mee oppassen. Mensen denken dan: oh, nu kunnen we wel altijd indexeren. Dat kan een uitdaging zijn voor pensioenfondsen.”

Er valt sowieso veel uit te leggen over de nieuwe regels. De wetenschapper geeft het voorbeeld van de compensatie die de groep deelnemers van rond de 40 tot 55 jaar ontvangt zodra de vernieuwde regels ingaan. “Dan denk ik: hoe ga je dit uitleggen aan jongeren, aan gepensioneerden en aan de groep zelf?”

Rendement voor jong en oud

Waar gaat dit over? De premie die jonge deelnemers en hun werkgever betalen is gelijk aan de premie die oudere deelnemers inleggen (als percentage van hun loon). Dat klinkt logisch. Er is echter een maar. De inleg van jonge deelnemers kan relatief lang groeien. Onder de huidige regels betekent dit dat een stukje van het rendement op beleggingen van jonge deelnemers richting oudere deelnemers gaat.

Dit gaat veranderen onder de nieuwe regels. De doorsneesystematiek gaat verdwijnen. Dat is nadelig voor deelnemers halverwege hun loopbaan. Zij hebben als jongere minder rendement gehad en krijgen niet langer de kans om als oudere deelnemer meer rendement te krijgen. Voor deze groep moet een pensioenfonds compensatie regelen. Het gaat om de leeftijdsgroep 40-55.

Hoeken: “Het is rechtvaardig dat de groep 40 tot 55-jarigen een vergoeding krijgt. Maar de volgende vraag is dan: hoe groot wordt die vergoeding en wie betaalt dit?”

Lastig uit te leggen

Alleen dit voorbeeld geeft volgens de wetenschapper al aan hoe moeilijk het is. “Want wat als iemand zegt: waarom dan? Dan moet je niet alleen uitleggen hoe het systeem werkte. En dat deze groep eerder een stukje heeft bijgedragen aan de pensioenopbouw van ouderen”, legt hij uit.

“Maar ook dat ze dit zelf gaan missen. Dit is lastig in een paar woorden uit te leggen. We zijn aan het onderzoeken hoe we dat op verschillende niveaus duidelijk kunnen maken. Waar we naar kijken is het volgende. Hoeveel moet je snappen van de huidige regels en de vernieuwde regels om te begrijpen dat dit rechtvaardig is?”

Als het om de nieuwe regels voor pensioen gaat, zou Hoeken het liefst een gezamenlijk verhaal zien. Een verhaal dat voor alle deelnemers als gepensioneerden makkelijk te begrijpen is. “Of eventueel een aantal verhalen aangepast aan bepaalde doelgroepen.”

De hoofdvraag is: is het genoeg?

Pensioenfondsen denken volgens Hoeken heel erg in termen van hoe hoog is het bedrag dat de deelnemer ontvangt of gaat ontvangen. Maar daar draait het volgens hem niet echt om. “Het gaat erom of mensen het gevoel hebben dat het genoeg is om een leuk en fijn leven te kunnen leiden zodra ze met pensioen gaan. Voor mensen die dicht bij hun pensioen zitten, is dat redelijk makkelijk aan te geven. Ze krijgen een bedrag dat ze kunnen vergelijken met hun maandloon.”

Voor jonge mensen is het een stuk lastiger. Niet alleen staat pensioen letterlijk nog ver van ze af.  “Ook is het zo dat het verschil tussen het bedrag dat ze minimaal of maximaal kunnen krijgen, sterk uiteen kan lopen. Maar zelfs als je bedenkt: het wordt ongeveer zoveel, dan zijn er nog heel veel dingen onduidelijk. Denk aan vragen als: ben ik straks getrouwd, gescheiden, heb ik kinderen, een huis? De vraag is het straks genoeg, kunnen ze eigenlijk niet beantwoorden. Terwijl dat de hoofdvraag is.”

Pensioenopbouw

Pensioencommunicatie is volgens Hoeken ongelooflijk lastig. Het is geen gemakkelijke opgave om duidelijk te maken aan (vooral) jongere deelnemers hoe ze ervoor staan als het gaat om hun pensioenopbouw. Dat is naarmate ze de pensioenleeftijd naderen vaak wel het geval.

Daar zit volgens Hoeken de paradox van pensioencommunicatie. “Op het moment dat de deelnemer er echt zicht op heeft, en misschien blijkt dat het onvoldoende is, is het vaak te laat om er nog iets aan te doen. Ik denk dat pensioenfondsen zouden moeten nadenken hoe ze deelnemers eerder al een seintje kunnen geven. Zodat ze er – als dat nodig is – op tijd iets aan kunnen doen en straks ook tevreden zijn over hun pensioen.”

Lees meer over de nieuwe regels voor pensioen