In de grafiek* zien we de effecten van het eind 2023 gewijzigde indexatie- en verlagingsbeleid. Het effect tot de leeftijd van circa 63 jaar is licht positief en vanaf circa 63 jaar licht negatief.
- Verhogen is goed voor alle deelnemers. Als we in de periode tot 2027 de pensioenen (pensioenaanspraken en- uitkeringen) meer kunnen verhogen, is dat gunstiger voor mensen die dicht tegen hun pensioen aan zitten en vooral voor gepensioneerden. Aan de andere kant gaat er sneller meer geld uit de pensioenpot. Er blijft dus minder over voor nog niet gepensioneerden.
- Als we in de periode tot 2027 de pensioenen meer moeten verlagen, is dat ongunstig voor gepensioneerden, omdat ze direct minder pensioen in hun portemonnee krijgen. De verlaging kan groter zijn dan onder de oude regels, omdat de verlaging binnen de overgangsperiode moet worden doorgevoerd. Die overgangsperiode wordt steeds korter. De andere kant is dat er dan meer overblijft voor de nog niet gepensioneerden.
Tegenover de beperkte negatieve effecten voor de gepensioneerden staan de indexaties van de afgelopen jaren. Deze positieve effecten voor de gepensioneerden zijn niet meegenomen in de bovenstaande grafiek omdat ze buiten het overbruggingsplan vallen.
* Het netto profijt is het verschil tussen de waarde van de te verwachten toekomstige pensioenuitkeringen en de waarde van de toekomstige premie-inleg. In deze grafiek vergelijken we de uitkomsten van het de oude spelregels (FTK) met de nieuwe spelregels die we in de overgang mogen gebruiken (transitie-FTK).