Toepassing 5%-knip

27 april 2022

Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.

Het probleem:
ABP wilde Veerle’s pensioen niet opnieuw berekenen met een 5%-knip

ABP werkte hier niet aan mee, omdat het ging over het pensioen dat is opgebouwd vóór 1996.

De situatie:
ABP wilde geen pensioenknip toepassen over Veerle’s diensttijd van vóór 1996 

Als het inkomen 5% of meer daalde, werd dat lager inkomen voor de eindloonaanspraak via de ABP-wet goedgemaakt door een ‘knip’. Bij een knip werd de tijd voor de verlaging apart afgerekend naar het laatste inkomen voor de verlaging. De tijd na de knip volgde het verlaagde inkomen. Veerle dacht dat een knip voor haar een veel hoger pensioen zou opleveren. Zij vindt dat ABP haar had moeten informeren over de 5%-knip. En ze vraagt de Commissie of zij die knip toch nog kan krijgen. Zij doet hierbij een beroep op de ‘menselijke maat’.

De beslissing:
De Commissie vindt dat Veerle geen recht heeft op een herberekening van haar pensioen

ABP is niet meer bevoegd om te beslissen over pensioen dat is opgebouwd vóór 1996. Dat komt omdat ABP op 1 januari 1996 is geprivatiseerd. Vanaf die datum stopte de ABP-wet en trad het pensioenreglement in werking. ABP kan nu niet meer ingaan op Veerle’s verzoek om de 5% knip alsnog toe te passen. Om de knip toe te passen had Veerle dit vóór 1996 schriftelijk aan ABP moeten vragen. Dat heeft zij niet gedaan.

De commissie vindt ook dat ABP geen plicht had om Veerle te informeren over de 5% knip. Tot 1996 werden deelnemers door de werkgever geïnformeerd over de mogelijkheden van de pensioenregeling. ABP zorgde voor de algemene informatie over de hoogte van het pensioen. De Commissie ziet dan ook geen ruimte om de hardheidsclausule toepassen.
 
Kijk ook eens in ons pensioenreglement. Daar leest u alle regels in makkelijke taal.