Verhogen van arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije opbouw

19 april 2024

Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.

Het probleem: ABP geeft Armin alleen voor een deel arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije opbouw van zijn pensioen

Armin is het niet eens met de hoogte van zijn arbeidsongeschiktheidspensioen en de premievrije pensioenopbouw. Hij vindt dat ABP dit verkeerd berekent. 

De situatie: Armin werd in 2016 voor een deel arbeidsongeschikt en in 2021 helemaal arbeidsongeschikt

Armin was geen deelnemer bij ABP toen hij in 2016 ziek werd. Hij werd toen door UWV voor een deel arbeidsongeschikt verklaard. ABP gaf hem daarom geen arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije pensioenopbouw.

In 2021 werd Armin meer arbeidsongeschikt. Op dat moment was bouwde hij wel pensioen op bij ABP. Volgens het pensioenreglement had hij ook voor deze toename geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije pensioenopbouw. ABP vond dit toen onredelijk. En daarom gaf ABP Armin voor dit deel toch arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije pensioenopbouw. Zo zijn ook de regels rondom het ‘convenant arbeidsongeschiktheidspensioen’.

Armin vindt dat ABP het verkeerde reglement toepast. Ook vindt Armin zijn arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije pensioenopbouw te laag. Armin is van mening dat ABP zijn premievrije pensioenopbouw moet verhogen. Omdat hij ziek werd door een beroepsziekte. 

De beslissing: Armin hoeft geen hoger arbeidsongeschiktheidspensioen te krijgen

En ook geen hogere premievrije pensioenopbouw. Volgens de commissie gebruikte ABP het juiste reglement. Dit is het reglement dat gold toen Armin voor het eerst arbeidsongeschikt werd. De commissie vindt ook dat de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije pensioenopbouw juist is berekend. En dat Armin niet ziek werd door een beroepsziekte.