ABP niet meer bevoegd te beslissen over toepassen 5%-knip

19 juni 2024

Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.

Het probleem: ABP wil Levi’s pensioen niet opnieuw berekenen met een 5%-knip

Levi vindt dat ABP hem in het verleden had moeten vertellen over de 5%-knip. Dat deed ABP niet. Daarom wil Levi nu alsnog deze knip gebruiken. ABP werkte hier niet aan mee omdat het gaat over pensioen dat Levi opbouwde vóór 1996.

De situatie: ABP wil geen pensioenknip toepassen over Levi’s diensttijd vóór 1996

Als het inkomen 5% of meer daalde, werd dat lagere inkomen voor de eindloonaanspraak beperkt door een ‘knip’. Dat gebeurde via de ABP-wet. Bij een knip rekende ABP de tijd voor de verlaging apart af naar het laatste inkomen voor de verlaging. De tijd na de knip volgde het verlaagde inkomen. Deelnemers moesten hier zelf om vragen. Dat stond in het pensioenreglement.

Levi’s inkomen daalde volgens hem in het verleden meer dan 5%. Dan had hij de 5%-knip kunnen gebruiken. En dan zou zijn pensioen hoger zijn. Levi vraagt ABP om zijn pensioen te verhogen door alsnog de 5%-knip toe te passen.

De beslissing: ABP mag niet meer beslissen over pensioenopbouw in de periode vóór 1996

Dit omdat ABP op 1 januari 1996 privatiseerde. Vanaf dat moment vallen alle pensioenen onder het nieuwe pensioenreglement. ABP mag nu geen verzoeken behandelen die gaan over pensioen dat is opgebouwd in de oude ABP-wet. Dat staat in de wet.

Ook vindt de commissie niet dat ABP Levi te weinig informatie gaf. Pensioenfondsen hadden in die tijd nog geen informatieplicht zoals we die nu kennen. De informatievoorziening over pensioen lag toen bij de werkgever.