Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde. Daarom maken werkgevers en werknemers hier samen afspraken over. In de sectoren overheid en onderwijs worden deze afspraken centraal gemaakt door vakbonden en werkgeversverenigingen. De vakbonden en werkgeversverenigingen noemen we ook wel sociale partners.
Deze sociale partners in de sectoren overheid en onderwijs hebben samen de pensioenkamer opgericht. In de pensioenkamer maken ze afspraken over de gezamenlijke pensioenregeling van ABP. Bijvoorbeeld over hoeveel pensioen er jaarlijks wordt opgebouwd. En welke voorzieningen er zijn voor arbeidsongeschiktheid en overlijden.
ABP voert als pensioenfonds voor de sectoren overheid en onderwijs deze afspraken uit. De afspraken worden vastgelegd in het Pensioenreglement.
Het pensioenfonds is als beheerder van de pensioenen een belangrijke adviseur van de pensioenkamer. In een uiterste geval dat een wijziging van de pensioenregeling praktisch niet uitvoerbaar is of tot ongewenste effecten leidt, kan ABP als pensioenfonds de uitvoering daarvan weigeren. Dat proberen het ABP bestuur en de pensioenkamer natuurlijk samen te voorkomen.
Het accepteren van wijzigingen in de pensioenregeling door ABP is een verantwoordelijkheid van het pensioenfonds. In dit proces spelen de niet-uitvoerende bestuurders en het verantwoordingsorgaan van ABP geen rol. Wel leggen de uitvoerende bestuurders van pensioenfonds ABP achteraf verantwoording aan hen af over het gevoerde beleid. Daarbij beoordelen de niet-uitvoerende bestuurders en het verantwoordingsorgaan van ABP of de doorgevoerde wijzigingen inderdaad beheerst uitgevoerd kunnen worden. En of er geen groepen deelnemers of gepensioneerden zijn die onbedoeld nadelige gevolgen ondervinden.