Het partnerpensioen dat uw partner krijgt, is afhankelijk van wanneer u pensioen hebt opgebouwd bij ABP. Hieronder geven wij bij elke periode aan hoeveel partnerpensioen u hebt opgebouwd.
Bouwde u pensioen op tussen 1 januari 2006 en 1 januari 2018?
Dan krijgt uw partner 50% van het ouderdomspensioen dat in die periode is opgebouwd.
Let op: Was uw pensioengevend inkomen tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2018 in een jaar gelijk of lager dan het grensbedrag I uit de tabel in bijlage 5 bij dit pensioenreglement? Dan is het partnerpensioen berekend over dat jaar verhoogd tot maximaal 70% van het ouderdomspensioen. U krijgt de maximale verhoging als uw pensioengevend inkomen gelijk is aan of minder is dan grensbedrag II. Was uw inkomen hoger, maar maximaal grensbedrag I? Dan neemt de verhoging van het partnerpensioen in verhouding af. Was uw inkomen bijvoorbeeld het midden tussen grensbedrag I en grensbedrag II? Dan wordt uw partnerpensioen verhoogd tot 60%.
Let op: Op het partnerpensioen wordt een eventueel partnerpensioen voor uw ex-partner in mindering gebracht. Dit geldt ook voor een partnerpensioen voor uw ex-partner dat is vervallen over de diensttijd tot de datum van het einde van de partnerrelatie in de periode 1 juli 1999 tot 1 januari 2018.
Let op: Krijgt u een partnerpensioen dat is ingegaan voor 1 januari 2018? En bent u voor 1 januari 2018 een nieuwe partnerrelatie aangegaan of is er een gezamenlijk huishouden ontstaan? Dit heeft gevolgen voor de hoogte van uw partnerpensioen. Wij stellen uw partnerpensioen in dat geval opnieuw vast. We houden dan voor de hoogte van het partnerpensioen geen rekening meer met doortelling tot de AOW-leeftijd van uw overleden partner. En dit blijft ook zo als de nieuwe partnerrelatie of de gezamenlijke huishouding weer wordt beëindigd. Gaat u op of na 1 januari 2018 een nieuwe partnerrelatie aan of ontstaat een gezamenlijke huishouding? Dan stellen wij uw partnerpensioen niet opnieuw vast.
Bouwde u pensioen op voor 1 januari 2006?
Uw partner krijgt 5/7e van het ouderdomspensioen dat in die periode is opgebouwd. Dit is het ouderdomspensioen zonder rekening te houden met de omzetting van aanspraken op flexibel pensioen in ouderdomspensioen.
Let op: op het partnerpensioen wordt een eventueel partnerpensioen voor uw ex-partner in mindering gebracht. Dit geldt ook als daar geen recht op bestaat over de diensttijd tot de datum van het einde van de partnerrelatie in de periode 1 juli 1999 tot 1 januari 2006.
Bouwde u pensioen op voor 1 januari 1996?
Dan gelden nadere regels voor hoe uw partnerpensioen over de periode tot 1 januari 1996 wordt berekend. In overgangsbepaling K1, K2 en K3 bij dit pensioenreglement staat in welke gevallen en tot welke bedragen ABP een aanvulling verleent of een korting toepast.