Pensioen 1-2-3: laag 2

Pensioen 1-2-3 bestaat uit 3 lagen. Dit is laag 2. Hierin vindt u meer informatie over alle onderwerpen uit laag 1. Wilt u meer details van uw pensioenregeling? In laag 3 vindt u juridische en beleidsmatige informatie van het ABP. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Ouderdomspensioen

Via uw werkgever neemt u deel in de pensioenregeling van ABP en bouwt u ouderdomspensioen op. Dat ouderdomspensioen ontvangt u vanaf uw AOW-leeftijd, elke maand zolang u leeft.

Uw ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW. De AOW is het pensioen dat u van de overheid ontvangt als u de AOW-leeftijd bereikt.

Hoeveel pensioen u straks ontvangt van ABP is afhankelijk van de hoogte van uw salaris, de inhoud van de ABP-pensioenregeling en het aantal jaren dat u pensioen opbouwt.

ABP-pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst

De pensioenregeling waaraan u deelneemt, is een uitkeringsovereenkomst. U bouwt pensioen op over een gedeelte van uw brutosalaris. U bouwt niet over uw hele salaris pensioen op. Dit is omdat wij rekening houden met de AOW. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Over het brutosalaris min de franchise bouwt u jaarlijks 1,788% aan ouderdomspensioen op. Is uw salaris € 52.487,93 of meer, dan bouwt u 1,875% op.

Stel: u verdient € 50.000 per jaar. De franchise is € 15.850. Dan bouwt u in een jaar € 611 ouderdomspensioen op. Is het pensioengevend salaris € 52.487,93 of meer, dan is het opbouwpercentage 1,875% en de franchise € 17.550.

 

Hoogte ouderdomspensioen bekijken

De hoogte van uw ouderdomspensioen staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op mijnpensioenoverzicht.nl.

Nabestaandenpensioen voor uw partner

Naast uw ouderdomspensioen bouwt u ook nabestaandenpensioen voor uw partner op. Als u overlijdt, heeft uw partner recht op een nabestaandenpensioen. Bij overlijden krijgt uw partner 70% van het ouderdomspensioen dat u opbouwt. Overlijdt u voordat u met pensioen bent en u werkte nog, dan doen wij alsof u tot uw AOW-leeftijd heeft gewerkt. Hoeveel nabestaandenpensioen uw partner krijgt, ziet u op uw Uniform Pensioenoverzicht en op mijnpensioenoverzicht.nl
Als u overlijdt, heeft uw partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de Anw-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Uw partner moet dan een of meer minderjarige kinderen te verzorgen hebben of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie hierover kunt u vinden op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Meestal is nabestaandenpensioen automatisch geregeld

Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, hoeft u uw partner niet aan te melden. Maar woont u samen of trouwt u in het buitenland, dan weten wij dat niet. Wilt u regelen dat uw partner nabestaandenpensioen krijgt als u overlijdt?

  • Als u samenwoont: meld uw partner dan aan. Dit kan als u een samenlevingscontract heeft.
  • Als u in het buitenland woont en trouwt: stuur of mail ons een kopie van uw huwelijksakte.

Nabestaandenpensioen voor uw kinderen

Het nabestaandenpensioen voor uw kinderen (ook wezenpensioen genoemd) is automatisch geregeld. U hoeft niet aan ons door te geven dat u kinderen heeft. Als u overlijdt, krijgen uw kinderen maandelijks een pensioenuitkering. Het maakt geen verschil of uw kinderen uw eigen kinderen zijn, of zij geadopteerd zijn, of dat zij uw pleeg- of stiefkinderen zijn. Het nabestaandenpensioen voor kinderen loopt door totdat zij 25 jaar worden.

 

Hoogte nabestaandenpensioen

Het nabestaandenpensioen voor uw kind is 14% van het ouderdomspensioen dat u zou ontvangen als u tot uw AOW-leeftijd bij ABP pensioen zou opbouwen. Dit verdubbelt als beide ouders overlijden. Hoeveel nabestaandenpensioen uw kinderen krijgen, ziet u op uw Uniform Pensioenoverzicht en op mijnpensioenoverzicht.nl.

Arbeidsongeschiktheidspensioen

Als u ontslagen wordt omdat u arbeidsongeschikt bent, vult Defensie uw WIA-uitkering aan met Militair ArbeidsongeschiktheidsPensioen. Hoeveel u precies krijgt, hangt af van de hoogte van uw WIA-uitkering. Zolang u aanspraak maakt op een militair arbeidsongeschiktheidspensioen, bouwt u pensioen op. De mate waarin u arbeidsongeschiktheid bent, bepaalt hoeveel ouderdomspensioen u opbouwt. Door uw arbeidsongeschiktheid is uw pensioen straks wel lager. U kunt wel zelf sparen voor meer pensioen tijdens uw arbeidsongeschiktheid.

Pensioenreglement

Wilt u precies weten wat onze pensioenregeling u biedt? Bekijk het pensioenreglement voor militairen.

Hoe bouwt u pensioen op?

A. De Algemene Ouderdomswet (AOW)

De AOW is het wettelijke pensioen van de overheid. De hoogte van de AOW is afhankelijk van hoeveel jaren u verzekerd was voor de AOW. U ontvangt een volledige AOW als u in de 50 jaar voorafgaand aan uw AOW-leeftijd verzekerd bent geweest. Als u in Nederland woont of werkt bent u automatisch verzekerd. De AOW-ingangsleeftijd is niet meer voor iedereen gelijk. Kijk op de site van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voor uw AOW-leeftijd en voor de AOW-bedragen. Deze worden elk jaar aangepast.

 

B. Uw pensioen dat u via uw werkgever opbouwt

De hoogte van dit pensioen vindt u op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Het UPO ontvangt u één keer per jaar zolang u pensioen opbouwt bij ABP. Op het UPO staat het ouderdomspensioen dat u nu heeft opgebouwd. En het pensioen op uw AOW-leeftijd als u tot dat moment bij ABP blijft opbouwen. Op het UPO vindt u ook informatie over het nabestaandenpensioen voor uw partner en kinderen. Kijk ook op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Daar vindt u een overzicht van al het pensioen dat u heeft opgebouwd in de banen die u heeft gehad.

 

C. De pensioenaanvulling waar u zelf voor zorgt

Naast AOW en ABP-pensioen kunt u uw pensioen onder bepaalde voorwaarden verder aanvullen. Met bijvoorbeeld ABP ExtraPensioen of met een aanvulling via een bank of verzekeraar. Zo heeft u straks als u stopt met werken ook nog een inkomen.

Pensioenopbouw op basis van middelloon

U bouwt elk jaar een stukje pensioen op. Voor elk jaar dat u werkt, berekenen wij wat u in dat jaar heeft opgebouwd. U bouwt niet over uw hele brutosalaris pensioen op. Wij houden namelijk rekening met de AOW die u van de overheid ontvangt als u met pensioen gaat. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Vier factoren spelen een rol bij de berekening van uw pensioen:

  • het opbouwpercentage
  • de franchise
  • uw pensioengevend salaris
  • uw deeltijdfactor

Al die stukjes pensioen bij elkaar opgeteld, inclusief eventuele indexatie of verlaging, vormen straks uw pensioen. U ontvangt uw pensioen vanaf uw AOW-leeftijd, elke maand zo lang u leeft.

Opbouwpercentage en franchise

Dat is het percentage aan pensioen dat u opbouwt. Het opbouwpercentage is 1,788%. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Over het brutosalaris min de franchise bouwt u jaarlijks 1,788% aan ouderdomspensioen op.

Stel: u verdient € 50.000 per jaar. De franchise is € 15.850. Dan bouwt u in een jaar € 611 ouderdomspensioen op. Is het pensioengevend salaris € 52.487,93 of meer, dan is het opbouwpercentage 1,875% en de franchise € 17.550.

U en uw werkgever betalen allebei voor uw pensioen

U en uw werkgever betalen elke maand pensioenpremie. In feite is de premie de prijs van uw pensioen. U en uw werkgever betalen premie voor:

  • ouderdoms- en nabestaandenpensioen

De premie voor 2024 is bekend. De premie daalt van 24,9% naar 24,4%. 

Beide premies worden berekend over uw pensioengevend salaris nadat dit verminderd is met de franchise van € 15.850 (€ 17.550 als uw inkomen hoger is dan € 52.487,93).

Welke keuzes heeft u zelf?

Waardeoverdracht

Verandert u van baan en gaat u daardoor naar een andere pensioenregeling? De hoogte van uw opgebouwd pensioen per jaar bepaalt wat er met uw pensioen gebeurt.

  • Is uw opgebouwd pensioen € 592,51 bruto per jaar of hoger, dan beslist u zelf of u uw pensioen meeneemt. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn als uw nieuwe werkgever een betere pensioenregeling heeft. Of misschien wilt u alle pensioenen bij één uitvoerder hebben. Het meenemen van uw pensioen regelt u bij uw nieuwe pensioenuitvoerder. Wilt u uw pensioen niet meenemen? Dan blijft uw pensioen bij ABP staan. Wilt u hulp bij het maken van uw keuze? Wij helpen u graag.
  • Is uw opgebouwd pensioen minder dan € 592,51 bruto per jaar en hoger dan € 2 bruto per jaar, dan zorgt ABP er automatisch voor dat uw pensioen meegaat naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. De financiële situatie van ABP en uw nieuwe pensioenuitvoerder is hierbij niet van belang. ABP checkt daarom jaarlijks bij www.mijnpensioenoverzicht.nl of u pensioen opbouwt bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Heeft u geen nieuwe pensioenuitvoerder, dan blijft uw pensioen bij ABP.
  • Stopt uw pensioenopbouw en is uw opgebouwd pensioen € 2 bruto per jaar of lager, dan krijgt u dat pensioen niet. Dat is wettelijk zo bepaald.

Extra pensioen opbouwen

Bij ABP is het mogelijk om, naast uw verplichte pensioenopbouw, vrijwillig extra pensioen op te bouwen. De extra pensioenpremie wordt, net als de premie voor de verplichte pensioenopbouw, via uw werkgever op uw salaris ingehouden. Uw werkgever draagt de premie af aan ABP. Er is geen minimumbedrag. Wel een maximum: de fiscale ruimte voor pensioen. Fiscale ruimte is het verschil tussen het bedrag dat u wettelijk maximaal belastingvrij aan pensioen mag opbouwen en het bedrag dat u daadwerkelijk opbouwt. Als u meer informatie wilt over de vrijwillige extra pensioenregeling, dan kunt u terecht bij uw werkgever. Via uw werkgever kunt u zich aanmelden.

Nettopensioenregeling

Heeft u een pensioengevend salaris boven € 137.800? Dan bouwt u over het deel boven € 137.800 geen pensioen op. U kunt de lagere pensioenopbouw compenseren met de nettopensioenregeling. Deze regeling zorgt voor aanvullende pensioenopbouw. U betaalt de premie vanuit uw nettosalaris. Deze regeling is vrijwillig, u bepaalt dus zelf of u deelneemt. Ook bepaalt u zelf uw deelnamepercentage. U kunt deelnemen voor 25, 50, 75 of 100%.

De regeling biedt drie mogelijkheden:

  • Totaalpakket: U spaart voor een kapitaal dat wordt omgezet in ouderdoms- en nabestaandenpensioen als u met pensioen gaat. Ook spaart u voor extra nabestaandenpensioen als u overlijdt tijdens deelname aan de nettopensioenregeling.
  • Opbouwpakket: U spaart voor een kapitaal dat wordt omgezet in ouderdoms- en nabestaandenpensioen als u met pensioen gaat.
  • Risicopakket: U spaart voor extra nabestaandenpensioen als u overlijdt tijdens deelname aan de nettopensioenregeling.

Lees meer over de nettopensioenregeling en bekijk met de Rekenhulp wat deelname aan de nettopensioenregeling kost en oplevert. Via de rekenhulp kunt u de nettopensioenregeling aanvragen.

Nabestaandenpensioen ruilen voor ouderdomspensioen

Naast ouderdomspensioen bouwt u ook nabestaandenpensioen voor uw partner op. Er kunnen redenen zijn waarom u het nabestaandenpensioen voor uw partner wilt ruilen voor een hoger ouderdomspensioen voor uzelf. Misschien heeft uw partner zelf een goed pensioen, of misschien heeft u geen partner (meer). Als u een partner heeft moet deze het er wel mee eens zijn. Zonder toestemming kunt u het nabestaandenpensioen niet ruilen.

Het is belangrijk om te weten dat dit een eenmalige keuze is. Als u eenmaal gekozen heeft om nabestaandenpensioen te ruilen voor ouderdomspensioen kan het niet meer ongedaan worden gemaakt. U hoeft hier pas over te beslissen als u met pensioen gaat.

Lees meer over het ruilen van nabestaandenpensioen, of kijk in het pensioenreglement.

Hoe zeker is uw pensioen?

Welke risico’s zijn er?

De opbouw en uitbetaling van pensioen gaan over een heel lange periode. Van het moment dat uw pensioenopbouw start tot uw laatste pensioenbetaling kan wel 80 jaar zitten. In zo’n periode verandert de wereld waardoor er risico’s kunnen ontstaan die uw pensioen bedreigen. De risico’s leiden mogelijk tot een tekort.

ABP probeert voorbereid te zijn op de risico’s die uw pensioen kunnen bedreigen. In het verleden is dat niet altijd goed gegaan. Bijvoorbeeld door de snelle stijging van de levensverwachting. Die stijging is namelijk groter dan waarmee we rekening hebben gehouden. Als deelnemers gemiddeld ouder worden, moet hun pensioen langer worden uitbetaald. Wij moeten dan meer geld hebben dan waar we eerder op rekenden.

De rente beïnvloedt de waarde van pensioenen. Pensioenuitvoerders maken van tevoren een inschatting van het geld dat ze nodig hebben om de pensioenen te kunnen uitbetalen. Hoe lager de rente, hoe meer geld ABP ‘in kas’ moet hebben om later alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Als de rente over een lange periode laag blijft, maakt dat de pensioenen dus duurder.

Ook de beleggingsresultaten kunnen tegenvallen. Daarom zorgt ABP ervoor dat de beleggingen gespreid worden over meerdere beleggingssoorten. Winst op een belegging kan verlies op een andere belegging goedmaken. Een pensioenuitvoerder kan beleggingsrisico’s ook afdekken. Daar zijn wel kosten aan verbonden.

ABP houdt rekening met risico’s om uw pensioen zo goed mogelijk te beschermen.

Besluiten van het bestuur over het beleid over de hoogte van de premie en de indexatie zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op de actuele dekkingsgraad en de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds. 

Waardevast pensioen

ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen. Dit heet indexatie. Per jaar beoordeelt ABP of de pensioenen worden verhoogd. Indexatie is alleen mogelijk als de financiële positie van het fonds en de regels dit toelaten. ABP kan jaarlijks besluiten om de pensioenen volledig, gedeeltelijk of niet te verhogen. ABP betaalt verhogingen van de pensioenen deels uit beleggingsrendement en deels uit pensioenpremies. U heeft door eventuele eerdere verhogingen en de verwachtingen voor de komende jaren niet meteen recht op verhogingen in de toekomst.

 

Verhoging of verlaging van uw pensioen

ABP probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen met de stijging van de prijzen. Dit noemen we indexatie. Per 1 januari 2024 hebben wij de pensioenen met 3,03% verhoogd. Dat kan alleen als ABP genoeg geld in kas heeft en als dit volgens de wettelijke regels mag. U heeft dus niet automatisch recht op een verhoging van uw pensioen.

 

 IndexatieStijging van de prijzenOnze indexatie-ambitie
1-1-20243,03%3,8%3,03%
1-1-202311,96%10,0%11,96%
1-7-20222,39%n.v.t.n.v.t.
1-1-20220%2,7%2,39%
1-1-20210%1,3%0,71%
1-1-20200%2,6%2,84%
1-1-20190%1,7%2,08%
1-1-20180%1,4%1,38%
1-1-20170%0,3%0,19%
1-1-20160%0,6%1,61%
1-1-20150%1,0%0,63%
1-1-20140%2,5%0,22%
1-1-20130%2,5%0,70%
1-1-20120%2,3%0,25%
1-1-20110%1,3%1,16%

Als er een tekort is

Op 1 januari 2027 gaan we over naar de nieuwe regels voor pensioen. Daarvoor moet onze financiële situatie goed genoeg zijn. In het overbruggingsplan staat hoe we daarvoor zorgen. Ondanks alle voorzorgen kan het gebeuren dat de financiële situatie niet goed genoeg is om in 2027 verantwoord over te gaan. Dan moeten we de pensioenen verlagen. Lees hierover meer op de pagina over het overbruggingsplan.

 

Jaar Verlaging
2021 0%
2020 0%
2019 0%
2018 0%
2017 0%

Welke kosten maken wij?

Welke kosten maken wij?

ABP maakt kosten om de pensioenregeling uit te voeren. Bijvoorbeeld kosten voor de administratie. Dit zijn kosten die we maken bij het uitbetalen van de pensioenen en het innen van de premies. Ook maken wij kosten voor de communicatie, bijvoorbeeld voor het maken en verzenden van dit Pensioen 1-2-3 en het Uniform Pensioenoverzicht (UPO). We maken ook kosten bij het beheren van het vermogen. Beleggen van het vermogen kost geld. Zo betalen wij de partijen waaraan wij vragen om het vermogen te beleggen. Ook maken wij transactiekosten. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten die de beurs in rekening brengt bij de aankoop of verkoop van aandelen of obligaties. In het jaarverslag op onze site vindt u een specificatie van de kosten die wij maken.

Wanneer moet u in actie komen?

Waardeoverdracht

Verandert u van baan en gaat u daardoor naar een andere pensioenregeling? De hoogte van uw opgebouwd pensioen per jaar bepaalt wat er met uw pensioen gebeurt.

  • Is uw opgebouwd pensioen € 592,51 bruto per jaar of hoger, dan beslist u zelf of u uw pensioen meeneemt. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn als uw nieuwe werkgever een betere pensioenregeling heeft. Of misschien wilt u alle pensioenen bij één uitvoerder hebben. Het meenemen van uw pensioen regelt u bij uw nieuwe pensioenuitvoerder. Wilt u uw pensioen niet meenemen? Dan blijft uw pensioen bij ABP staan. Wilt u hulp bij het maken van uw keuze? Wij helpen u graag.
  • Is uw opgebouwd pensioen minder dan € 592,51 bruto per jaar en hoger dan € 2 bruto per jaar, dan zorgt ABP er automatisch voor dat uw pensioen meegaat naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. De financiële situatie van ABP en uw nieuwe pensioenuitvoerder is hierbij niet van belang. ABP checkt daarom jaarlijks bij www.mijnpensioenoverzicht.nl of u pensioen opbouwt bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Heeft u geen nieuwe pensioenuitvoerder, dan blijft uw pensioen bij ABP.
  • Stopt uw pensioenopbouw en is uw opgebouwd pensioen € 2 bruto per jaar of lager, dan krijgt u dat pensioen niet. Dat is wettelijk zo bepaald.

Arbeidsongeschiktheidspensioen

De opbouw van uw pensioen verandert niet zolang uw salaris niet wijzigt en u in dienst blijft bij Defensie. Na ontslag vult Defensie uw uitkering aan met Militair ArbeidsongeschiktheidsPensioen.

Hoeveel u precies krijgt, hangt af van de hoogte van uw WIA-uitkering. Zolang u aanspraak maakt op een militair arbeidsongeschiktheidspensioen, bouwt u pensioen op. De mate waarin u arbeidsongeschiktheid bent, bepaalt hoeveel ouderdomspensioen u opbouwt. Door uw arbeidsongeschiktheid is uw pensioen straks wel lager. U kunt wel zelf sparen voor meer pensioen tijdens uw arbeidsongeschiktheid.

Als u gaat samenwonen, als u gaat trouwen of als u een geregistreerd partnerschap aangaat

Trouwen of een geregistreerd partnerschap is voor uw pensioenregeling hetzelfde. Wij krijgen dit automatisch door van uw gemeente als u in Nederland woont. Als u in het buitenland woont, moet u het zelf aan ons doorgeven door een kopie van uw huwelijksakte naar ons te sturen.

Het is belangrijk om te weten dat als u ongetrouwd samenwoont uw partner niet automatisch recht op nabestaandenpensioen heeft als u overlijdt. Om uw partner daarvoor in aanmerking te laten komen, moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen. U moet bijvoorbeeld een notarieel samenlevingscontract hebben. Om uw partner aan te melden, stuurt u ons een kopie van dit samenlevingscontract.

Trouwen, een geregistreerd partnerschap en het aanmelden van een partner hebben geen gevolgen voor uw pensioenopbouw. Maar wel voor uw pensioen als u ooit uit elkaar gaat.

Als u het samenwonen beëindigt. Of als u gaat scheiden of uw geregistreerd partnerschap beëindigt

Woont u in het buitenland of woont u samen, dan weten wij het niet als u uw relatie beëindigt. Het is belangrijk dat u ons daarover informeert. Woont u in Nederland en gaat u scheiden of beëindigt u uw geregistreerd partnerschap, dan krijgen wij dat door van de gemeente waar u woont.

Als u en uw partner uit elkaar gaan, moet u samen afspraken maken over hoe u het pensioen verdeelt:

  • U gaat scheiden of beëindigt uw geregistreerd partnerschap. Uw ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u opbouwde tijdens het huwelijk of de periode van het geregistreerd partnerschap. U kunt met uw ex-partner afwijkende afspraken maken. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in het scheidingsconvenant. Om ervoor te zorgen dat de ex-partner een deel van het ouderdomspensioen ontvangt, moet u of uw ex-partner binnen twee jaar ABP op de hoogte stellen van de scheiding en de eventuele afwijkende afspraken. Uw ex-partner heeft ook recht op het nabestaandenpensioen dat u opbouwde tot de datum van echtscheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap. Voor het recht op het nabestaandenpensioen hoeft u niets te doen. Tenzij uw ex-partner afstand doet van het recht. Dan moet u ons wel informeren.
  • U en uw partner wonen niet meer samen. Had u uw partner aangemeld bij ABP? Meld uw ex-partner dan af. Doet u dat niet, dan loopt de opbouw van het nabestaandenpensioen door. U kunt met uw ex-partner bespreken of hij of zij af wil zien van het nabestaandenpensioen. Belangrijk om te weten: het recht op een deel van het ouderdomspensioen geldt niet voor ongehuwd samenwonenden. Ongehuwd samenwonenden moeten zelf afspraken maken over de verdeling van het pensioen.

Als u verhuist naar het buitenland

Geef ons uw nieuwe adres door. Ook als u in het buitenland verhuist. Wij krijgen dit namelijk niet door van uw gemeente. Verhuist u vanuit het buitenland naar Nederland, schrijf u dan in bij uw nieuwe gemeente en informeer ABP hierover. Verhuist u in Nederland dan hoeft u niets te doen. Wij krijgen uw adres dan automatisch door. Informatie over de gevolgen voor de AOW vraagt u aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Of kijk op svb.nl.

Als u werkloos wordt of om een andere reden geen pensioen meer opbouwt

Als u werkloos wordt en een WW-uitkering krijgt, bouwt u nog 50% pensioen op. Het is belangrijk dat u de gevolgen van uw werkloosheid voor uw ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen in kaart brengt. U hoeft ons niet zelf te informeren over uw werkloosheid. Dat gebeurt automatisch door het UWV. Tijdens uw uitkering kunt u uw pensioenopbouw aanvullen tot maximaal 100% van wat u eerder opbouwde. Wilt u dit? De aanvraag om uw pensioenopbouw aan te vullen moet u binnen 9 maanden na uw ontslag naar ons toesturen.

Of heeft u nog geen pensioenvoorziening, omdat u bijvoorbeeld als zelfstandige werkt? Ook dan kunt u uw pensioen aanvullen.

Mijnpensioenoverzicht.nl

Bekijk in ieder jaar één keer per jaar hoeveel pensioen u in totaal heeft opgebouwd op mijnpensioenoverzicht.nl.

Als u gebruik wilt maken van een keuzemogelijkheid

De keuzemogelijkheden vindt u onder 'Welke keuzes heeft u zelf?'. Maakt u een keuze, dan is deze definitief. U kunt uw keuze niet meer terugdraaien.

Contact

Heeft u vragen of maakt u gebruik van de actie- en/of keuzemomenten, neem dan gerust contact met ons op.