Schijnzelfstandigheid

Doe de check in 2 stappen
14 februari 2025

Als iemand als zelfstandige werkt, maar eigenlijk een werknemer is, is er sprake van schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst controleert hier vanaf 1 januari 2025 strenger op. Wanneer zelfstandigen als schijnzelfstandigen worden aangemerkt, kan dit grote financiële gevolgen hebben. Ook voor werkgevers in de overheids-en onderwijssector. Naar schatting zijn er in deze sector wel meer dan 18.000 schijnzelfstandigen werkzaam (geweest).

Waarom wordt er strenger gehandhaafd op schijnzelfstandigheid?

Veel zelfstandigen kiezen bewust voor het ondernemerschap omdat zij vrijheid en onafhankelijkheid belangrijk vinden. Daarom gaan zij niet in loondienst bij een werkgever. Toch is er ook een groep die noodgedwongen als zelfstandige werkt. Bijvoorbeeld omdat zij anders werkloos raken of blijven. Vaak hebben deze werkenden een zwakkere positie ten opzichte van de werkgever en zij kunnen moeilijk gebruikmaken van hun rechten rondom pensioen, ontslagbescherming en arbeidsongeschiktheid. Ook vindt de overheid dat de lasten niet meer eerlijk worden verdeeld als grote groepen zelfstandigen, die in feite werknemer zijn, niet meebetalen aan de werknemersverzekeringen. De overheid wil deze disbalans op de arbeidsmarkt verbeteren en gaat daarom strenger handhaven op schijnzelfstandigheid.

Gevolgen voor zelfstandigen, werkgevers en ABP

Werknemers in de overheids- en onderwijssector bouwen verplicht pensioen op bij ABP. Die hoofdregel geldt ook voor de schijnzelfstandigen. Zij zijn in de praktijk immers gewoon werknemers. De feitelijke werkgever moet daarvoor pensioenpremie afdragen. Als dit niet gebeurt, wordt een schijnzelfstandige een goed pensioen van ABP ontnomen. Zij kunnen later alsnog een pensioen aanvragen, terwijl daar geen premie voor is voldaan. ABP zal dan deze premies - eventueel verhoogd met geleden schade door ABP - bij de werkgever in rekening brengen. Ook als de arbeidsrelatie in het verleden heeft plaatsgevonden. De financiële gevolgen voor de werkgever kunnen daardoor groot zijn. De premie kan namelijk betrekking hebben op meerdere werknemers en meerdere jaren pensioenopbouw.

Wat kunt u doen?

Stap 1: ga na of er in uw organisatie schijnzelfstandigen werkzaam zijn
Zijn er in uw organisatie zelfstandigen werkzaam? Ga dan na of die als werknemer moeten worden gezien. Hiervoor kunt u de ‘toelichting beoordeling arbeidsrelaties’ van de Belastingdienst gebruiken als handig hulpmiddel. Een link naar de website vindt u hier.

Stap 2: meld uw schijnzelfstandigen aan bij ABP
Komt u bij stap 1 tot de conclusie dat een zelfstandige eigenlijk een werknemer in uw organisatie is? Meld deze dan zo spoedig mogelijk als deelnemer aan bij ABP vanaf het moment waarop deze persoon eigenlijk werknemer was. Dat kan dus ook een datum in het verleden zijn. U voorkomt hiermee problemen achteraf voor u en uw werknemer. U kunt deze werknemers met terugwerkende kracht aanmelden via de maandelijkse pensioenaangifte.

Meer informatie?

Als er meer informatie is over dit onderwerp, informeren we u hier nader over.