Duurzame inzetbaarheid in balans

Zo past u het toe in de praktijk

Een fijne en leuke werkomgeving, passende werkdruk en goede gezondheid. Een aantal zaken die onmiskenbaar bijdragen aan duurzame inzetbaarheid. Maar waar zit het ‘m nou precies in? Eerder sprak A&O-psycholoog Marjolijn Punt hierover op de ABP-werkgeversbijeenkomst ‘Boeien, binden en behouden’. Wij verzamelden voor u de belangrijkste inzichten uit deze presentatie én geven een aantal concrete tips. En zoals zoveel in het leven, draait ook het uitoefenen van positieve invloed op duurzame inzetbaarheid om… balans.

Vitaliteit, werkvermogen en motivatie

Om mensen in staat te stellen hun (toekomstige) werk gezond, productief en met plezier te kunnen én willen uitvoeren, houden we rekening met drie relevante pijlers:

  1.  Vitaliteit gaat over gezondheid; fysiek, mentaal en emotioneel. Iets wat we over het algemeen al best goed doen, want iedereen weet inmiddels wel hoe belangrijk het is op tijd pauzes te nemen en in beweging te blijven.
  2.  Werkvermogen richt zich op het stimuleren van de persoonlijke en professionele ontwikkeling van werknemers. Bijvoorbeeld door het volgen van opleidingen of trainingen en het ontwikkelen van vaardigheden en competenties.
  3.  En dan als laatste, maar zeker niet als minste, is er Motivatie. Intrinsieke en excentrieke motivatie zorgen voor zin, passie, plezier en bevlogenheid in het werk. Belangrijke aspecten hierbij zijn onder andere het creëren van een positieve werkcultuur en een goede balans tussen werk en privé.

Alles in Balans

Nauw verbonden met bovenstaande drie pijlers, zijn draagkracht en draaglast. Met aan de ene kant hetgeen dat iemand kan en wil. Maar aan de andere kant is er ook de belasting of eisen die het werk voor iemand meebrengt. Om duurzame inzetbaarheid te bevorderen, moet hier een continue balans tussen zijn.

En hoe bereikt u nu dat juiste evenwicht tussen die twee aspecten? Definieer daarvoor wat energielekken zijn, en ook wat juist energiegevers zijn voor een werknemer. Bekende energielekken zijn bijvoorbeeld taakonderbrekingen, onduidelijke taken en een te hoog werktempo. Veelgenoemde energiegevers zijn autonomie, ontwikkelingsmogelijkheden en sociale steun.

Door proactief in te spelen op energielekken, kunt u als werkgever ervoor zorgen dat voorspelbare bronnen van stress worden verminderd en dat werknemers beter kunnen omgaan met de eisen van het werk. Tegelijkertijd kunt u op deze manier energiegevers juist versterken. 

Het 5 V-model

Een hulpmiddel om tot een goede balans te komen voor uw werknemers is het 5 V-model, waarin de V’s staan voor Verbinden, Verkennen, Vitaliseren, Verlichten en Veranderen. Hierbij zijn de laatste drie V’s gericht op maatregelen, die zowel op individueel als organisatieniveau ingezet kunnen worden, om duurzame inzetbaarheid te vergroten. We geven u een aantal voorbeelden.

Vitaliseren
Vitaliseren gaat om het vergroten van draagkracht. Voorbeelden van maatregelen hierbij zijn:

Individueel: doelgericht energie managen, bijvoorbeeld door ontspanning. Werken aan gezondheid (fysiek en mentaal) en ontwikkeling.

Organisatieniveau: helderheid over teamdoelen, werkwijzen, taken en rollen. Gebruikmaken van elkaars sterke kanten en interesses. Gedeelde verantwoordelijkheid over teamresultaten.

Verlichten
Verlichten richt zich op het verminderen van draaglast. Voorbeelden van maatregelen hierbij zijn:

Individueel: het aanpassen van taken of de (werk)omgeving. Vervroegd- of deeltijdpensioen.

Organisatieniveau: verlichten van eisen, bijvoorbeeld met de inzet van het Generatiepact.

Veranderen
Veranderen gaat over het ondersteunen op mobiliteit. Voorbeelden van maatregelen hierbij zijn:

Individueel: veranderen van taken of functie. Het uitvoeren van parallelle loopbanen, bijvoorbeeld een leraar die ook professioneel volleybalscheidsrechter is.

Organisatieniveau: mobiliteit stimuleren, bijvoorbeeld door baansleutelen. Bieden van een vertrekregeling.

Normaliseer het gesprek

Hier is een belangrijke rol voor u als werkgever: blijf gedurende hun hele loopbaan in gesprek met uw werknemers. Richt u hierbij op al uw werknemers van alle leeftijden. En kijk niet alleen naar problemen, maar juist naar wat goed gaat en wat versterkt kan worden. 

Tips

Aan de slag met het bevorderen van duurzame inzetbaarheid? Gebruik deze 3 concrete tips:

  1. Bied werknemers goede hulpbronnen om te werken aan hun gezondheid en vakbekwaamheid. Zorg onder andere voor gezonde werkomstandigheden, stimuleer een goede werk-privébalans en moedig werknemers aan om zichzelf te blijven ontwikkelen.
  2. Verander de vraagstelling tijdens ontwikkelgesprekken. Eerlijk is eerlijk, de vraag ‘wat wil je bijdragen aan de organisatie?’ is vooral gericht op declarabele uren. Het is een vraag die oudere werknemers op een gegeven moment tóch een beetje zat zijn. In plaats daarvan kunt u ook vragen: ‘Wat voor betekenisvols wil jij doen voor de organisatie?’.
  3. Samen lukt meer dan alleen: maak van duurzame inzetbaarheid een team effort. Ook op individueel niveau willen werknemers gestimuleerd worden en hebben zij hulp nodig van collega’s.