Ziek zijn en arbeidsongeschikt worden hebben vaak een grote invloed op het dagelijks leven en inkomen van uw werknemer. De eerste 2 jaar van ziekte lopen de pensioenzaken bij ABP door zoals de werknemer gewend is. Na 2 jaar bepaalt UWV of de werknemer arbeidsongeschikt is. Dan heeft deze werknemer mogelijk recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen van ABP. Hoe werkt dat precies? Op deze pagina hebben we alle informatie verzameld die belangrijk is voor u en uw werknemer.
Een brief met informatie over het arbeidsongeschiktheidspensioen. In deze brief verzoeken we de werknemer om dit pensioen aan te vragen via MijnABP.
Zien we geen aanvraag? Dan sturen we een herinnering. Dat doen we 2 keer.
Zien we wel een aanvraag? Dan krijgt de werknemer een brief met het maandbedrag van het arbeidsongeschiktheidspensioen. Ook is het mogelijk dat de werknemer premievrije pensioenopbouw gaat krijgen. Dit staat beschreven in de brief. Uw werknemer ontvangt daar ook nog apart een brief over.
Is uw werknemer voor 35% of meer arbeidsongeschikt? Dan ontvangt uw werknemer een WIA-uitkering:
UWV stelt de hoogte van de uitkering vast. Deze uitkering is een percentage van het dagloon, rekening houdend met de inkomsten die uw werknemer daarnaast heeft. UWV stelt dit dagloon vast en houdt rekening met een maximumdagloon. ABP vult deze uitkering aan met een arbeidsongeschiktheidspensioen.
Is uw werknemer voor minder dan 35% arbeidsongeschikt? Dan krijgt uw werknemer geen WIA-uitkering en ook geen ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen.
Uw werknemer heeft recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen als deze een WIA-uitkering ontvangt. UWV informeert ons automatisch als uw werknemer een WIA-uitkering krijgt. Het duurt gemiddeld 1 tot 3 maanden voordat wij die informatie van UWV hebben gekregen en hebben verwerkt.
Als wij de informatie van UWV hebben gekregen en verwerkt, sturen we uw werknemer een brief. Hierin staat hoe uw werknemer het arbeidsongeschiktheidspensioen kan aanvragen in MijnABP.
Let op: recht op arbeidsongeschiktheidspensioen start pas op het moment dat de WIA-uitkering ingaat.
ABP keert het arbeidsongeschiktheidspensioen uit aan uw werknemer.
Werkgeversbetaling van arbeidsongeschiktheidspensioen stopt per 1 januari 2025
Voor een kleine groep deelnemers wordt de uitkering van het arbeidsongeschiktheidspensioen tijdelijk aan de werkgever gedaan. Deze dienstverlening stopt per 1 januari 2025. Lopende gevallen blijven doorlopen tot datum ontslag. Lees er meer over in dit nieuwsbericht.
Ontslaat of herplaatst u uw werknemer niet en is de WIA-uitkering ingegaan vóór 1 januari 2018? Dan kunt u een claim indienen bij ABP.
Wijzigt het dienstverband? Informeer ons dan. Er is dan geen recht meer op een claim. Wij keren het arbeidsongeschiktheidspensioen dan uit aan uw werknemer.
De hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen hangt af van het inkomen en het arbeidsongeschiktheidspercentage. Als UWV de WIA-uitkering verandert, passen wij ook het arbeidsongeschiktheidspensioen aan.
Inkomen | Hoogte arbeidsongeschiktheidspensioen |
---|---|
tot maximum dagloon | 10% x arbeidsongeschiktheidspercentage x (maximum) dagloon |
boven maximum dagloon | 80% x arbeidsongeschiktheidspercentage x (dagloon min maximum dagloon) |
vervolguitkering | 65% x arbeidsongeschiktheidspercentage x (dagloon min minimumloon) |
Let op: de aanvulling op de vervolguitkering ontvangt uw werknemer maximaal 10 jaar.
Heeft uw werknemer recht op arbeidsongeschiktheidspensioen en dit ook aangevraagd? Dan kan uw werknemer ook in aanmerking komen voor premievrije pensioenopbouw. Daarvoor geldt de voorwaarde dat uw werknemer is ontslagen óf herplaatst in dezelfde of een andere functie. Voor het gedeelte dat uw werknemer arbeidsongeschikt is, loopt de pensioenopbouw door op basis van het pensioengevend inkomen vóór uw werknemer ziek werd. Uw werknemer, en u als werkgever, hoeft geen premie meer te betalen over het gedeelte dat de werknemer arbeidsongeschikt is. Wij informeren uw werknemer als deze recht heeft op premievrije pensioenopbouw.
Arbeidsongeschiktheidspercentage | Opbouw | Opbouw bij dienstongeval of beroepsziekte |
---|---|---|
80-100% | 50% | 100% |
65-80% | 40% | 80% |
55-65% | 30% | 60% |
45-55% | 25% | 50% |
35-45% | 20% | 40% |
< 35% | 0% | - |
Is uw werknemer arbeidsongeschikt door een dienstongeval en/of beroepsziekte? Dan is er mogelijk recht op verhoogde premievrije pensioenopbouw. Uw werknemer kan de verhoogde opbouw zelf aanvragen bij ABP.
Bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid kan het zijn dat uw werknemer minder of geen pensioen meer opbouwt. Uw werknemer kan er dan voor kiezen om de pensioenopbouw vrijwillig aan te vullen. Welke mogelijkheden zijn er? En wie regelt wat? Lees meer over pensioen aanvullen.
Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid levert u de deeltijdfactor aan voor het gedeelte dat uw werknemer daadwerkelijk werkt. Voor het arbeidsongeschikte gedeelte kan de werknemer arbeidsongeschiktheidspensioen krijgen.
Als uw werknemer ontslag krijgt, levert u de ontslagdatum aan in de eerstvolgende gegevensaanlevering. Dat heeft gevolgen voor het pensioen. Lees meer over ontslag en uitdiensttreding.
Heeft u toch nog vragen over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op via relatiebeheer@abp.nl of telefoonnummer 045 579 65 56. Wij helpen u graag! Of neem eens een kijkje op de pagina's over arbeidsongeschiktheid. Hier vindt u nog meer handige informatie voor u als werkgever.